Voormalig voetballer Fermín Pelassi en zijn vrouw Lidia wonen in een klein dorpje, waar bijna geen toekomst is. Om de economie van het dorpje op te peppen besluiten ze een bedrijf te starten en willen daarvoor een verlaten loods kopen. Samen met diverse vrienden verzamelen ze het benodigde geld. Terwijl ze nog in onderhandeling zijn met de eigenaar van de loods, bewaren ze het geld in een kluis in een nabijgelegen stad. De bankmanager haalt ze over om het geld niet contant te bewaren, maar op hun rekening te storten. Helaas worden de volgende dag door de overheid alle banken bevroren, waardoor niemand per dag meer dan 250 dollar kan opnemen.