De achtjarige Francois is met zijn ouders, die willen ontsnappen aan de stress van de oorlog, vanuit Parijs naar een rustig kasteel verhuisd. In een nabijgelegen stad werkt de minnares van zijn vader als bijlesdocent. Al snel laat zijn vader een vluchtelingenfamilie van Poolse joden naar de kelder verhuizen. Francois is verschrikkelijk verliefd op hun dochter. De echte problemen beginnen wanneer ook een nazi-commandant en zijn eenheid het huis betrekken, zich totaal niet bewust van de vluchtelingen die onder hen wonen.