In een hut aan de rand van het bos leiden een kind en zijn vader een wild en hard leven in uiterste afzondering. Het kind groeit op met angst en bewondering voor zijn vader, met de geesten die in het bos rondspoken als zijn enige metgezellen. Tot de dag dat hij het naburige dorp ontdekt en daar een jong meisje ontmoet, Manon. Aan haar zijde ontdekt hij dat liefde bestaat. Vanaf dat moment zal hij niet ophouden te zoeken naar de plek waar de liefde van zijn vader voor hem zich verbergt.